De 18e editie van Pool tot Pool zal worden gehouden op zaterdag 8 maart 2025 in Wereldmuseum Leiden (voorheen Museum Volkenkunde). We zijn in volle gang bezig met het samenstellen van het programma. De sprekers en het volledige programma zullen we op deze pagina bekend maken.
Zoals je van ons bent gewend zal de binnenkomst met koffie of thee vanaf 10.00 uur zijn en beginnen we om 10.30 uur met het welkomstwoord van de dagvoorzitter. Om 16.45 uur zal de laatste lezing zijn afgelopen waarmee we de dag afsluiten. Naar alle verwachting zal er ook weer een gelegenheid zijn om na afloop te gaan eten op eigen kosten. Het restaurant en het menu moeten nog worden vastgesteld.
We zijn verheugd dat we alvast de volgende sprekers bekend kunnen maken. In willekeurige volgorde zijn dit:
Brandon van Schaik
Duurzaamheid op Antarctica. Kan dat eigenlijk wel?
Brandon van Schaik (25) werkt als PhD kandidaat aan het bevorderen van wind energie en duurzaamheid in polaire gebieden en het Zwitserse hooggebergte aan de Ecole Polytechnique Fédérale de Lausanne (EPFL), Zwitserland. Hij heeft een voorliefde voor de bergen en gletsjers, en probeert zijn onderzoek hier toe te passen door middel van verschillende experimentele expedities. Zo leidde hij in 2024 een onderzoek bij de Belgische onderzoeksstation Princess Elisabeth Antarctica, de enige emissie-vrije basis op het witte continent. Het doel van het onderzoek was om de opbrengst van wind energie beter te kunnen voorspellen door middel van nieuwe metingen van de atmosfeer. Op basis van deze unieke data werkt hij ook samen met acht andere landen die actief zijn in Antarctica om de potentie van windmolens bij andere stations de berekenen.
Lineke Begeman
Hoog Pathogene Vogelgriep in Antarctica.
Lineke Begeman is dierenarts met interesse in behoud van vrij levende (wilde) dieren. Tijdens haar specialisatie tot dierenarts patholoog aan de faculteit Diergeneeskunde te Utrecht onderzocht ze doodsoorzaken van gestrande walvisachten – met name bruinvissen. Als onderdeel van de Nederlandse ambitie om kleine walvisachtigen te beschermen (ASCOBANS overeenkomst), onderzocht zij hoe groot de rol van de mens was in die doodsoorzaken. Nadat ze haar certificering als dierenarts patholoog had behaald, verlegde ze haar werkplek naar de virologie afdeling van het Erasmus Medisch Centrum. Hier deed ze onderzoek naar pathologie van opkomende virale infectieziektes met een vergelijking tussen mensen en de originele diergastheersoorten. Tijdens haar promotieonderzoek was ze meermaals betrokken bij onderzoek naar sterfte door hoog pathogene vogelgriep bij wilde vogels in Nederland. Dit vogelgriepvirus, en specifiek de virusstam sinds 2020 ontstond in intensief gehouden pluimvee, heeft nu rampzalige gevolgen voor wilde dieren. Het kan zich gemakkelijker handhaven in veel verschillende wilde vogelsoorten, dan eerdere stammen. Het blijft zich verspreiden en zorgt voor niet eerder vertoonde hoge sterfte, onder zowel wilde vogels als zoogdieren.
In de herfst en winter van 2023-2024 werkte ze, met een groep wetenschappers van over de wereld (OFFLU), aan een rapport over de gevolgen van hoog pathogene vogelgriep voor wilde dieren, dat in 2023 ook Zuid-Amerika had bereikt. Ook de verspreiding van dit virus naar Antarctica kwam aanbod. Door samenwerking werd het begin maart 2024 mogelijk met een expeditie de aanwezigheid en impact van hoog pathogene vogelgriep op Antarctica te onderzoeken. Een multidisciplinair, internationaal team van biologen, dierenartsen, virologen en een dierenarts patholoog werd samengesteld. Twee weken later bevond ze zich, met 7 andere wetenschappers en een drie hoofdige bemanning, op weg naar Antarctica aan boord van onderzoekszeilmotorjacht Australis. Tijdens deze expeditie stelde het team ongewone sterfte vast op verschillende plaatsen en werd duidelijk dat het virus zich al veel verder had verspreid dan tot dan toe bekend was.
Tijdens haar lezing zal dr. Begeman uitleg geven over de reis van deze virusstam van hoog pathogene vogelgriep, vanaf diens ontstaan in een ganzenhouderij in Guangdong tot aan Antarctica. Ze zal ook ingaan op haar reis en een update geven over de huidige stand van zaken.
Didier Van Hellemont
Op jacht naar de Aurora Borealis
Meer en meer duikt de aurora borealis, ook bekend als noorderlicht, op in allerhande bucket lists en in de pers. Voor meer en meer geïnteresseerden is dit een reden om een reis naar het hoge noorden te boeken. Maar wat is dit verschijnsel eigenlijk, en wat maakt het zo speciaal?
Tijdens deze voordracht gaat Didier Van Hellemont in op het verschijnsel zelf, hoe het ontstaat, wat de verschillende verschijningsvormen zijn, en waarom het (meestal) enkel in de buurt van de poolcirkel te zien is. We gaan ook na hoe we het het best kunnen voorspellen, observeren en fotograferen, en geven een aantal praktische tips om dit uniek mooie verschijnsel in de beste omstandigheden te kunnen observeren.
Didier Van Hellemont is zijn vrije tijd verbonden als lesgever bij Volkssterrenwacht Urania in Hove (bij Antwerpen). Hij begeleidde een aantal reizen naar een aantal noordelijke landen (Lapland, IJsland, Canada, Alaska). Didier is als gids verbonden bij Arcticans.
Arcticans ontwikkelde een app om Noorderlicht te voorspellen. https://www.arcticans.app
Dr. Martine van den Heuvel-Greve
Speuren naar leven in de poolzee
Dr. Martine van den Heuvel-Greve is een marien ecotoxicoloog, werkzaam bij Wageningen Marine Research. Ze werkt daarnaast in deeltijd bij de Marine Animal Ecology groep van Wageningen Universiteit. Sinds haar afstudeeronderzoek in 1997, waarbij ze drie maanden doorbracht op het Australische onderzoekstation Casey op Antarctica, hebben de poolgebieden haar niet meer losgelaten. Haar promotieonderzoek richtte zich op de effecten van stressoren op het zeeleven langs de kust van Spitsbergen.
In 2012 reisde ze voor het eerst naar Spitsbergen, en sindsdien is ze er bijna elk jaar actief. Haar onderzoek richt zich op de impact van vervuiling en andere stressfactoren op het zeeleven in deze unieke en kwetsbare omgeving. Meestal voert ze haar werkzaamheden uit vanaf het Nederlandse onderzoeksstation in Ny-Ålesund, Spitsbergen, maar ook vanaf schepen, zodat ze het zeeleven rondom Spitsbergen vanuit verschillende hoeken kan bestuderen.
Daarnaast voert ze onderzoek uit op Groenland en IJsland naar de impact van zwerfvuil die daar op stranden aanspoelen. Ze is voorzitter van de internationale ICES/PICES/PAME werkgroep ‘Integrated Ecosystem Assessment (IEA) of the Central Arctic Ocean’ en vertegenwoordigt Nederland in de werkgroep ‘marine’ van de International Arctic Science Committee. Haar werk draagt bij aan het behoud van de unieke natuur van het Arctische gebied.
De laatste jaren richt haar onderzoek zich steeds meer op de biodiversiteit in zee en de veranderingen die hierin plaatsvinden door klimaatverandering en de introductie van invasieve soorten. Een belangrijke ontwikkeling hierbij is het gebruik van nieuwe DNA-technieken, die het mogelijk maken om veel sneller soorten te identificeren in onderzoeksmateriaal uit zee. Deze technieken heeft ze voor het eerst succesvol toegepast tijdens veldwerk in 2017 op Spitsbergen en vervolgens grootschaliger tijdens de SEES.NL/2022-expeditie en expedities die daar op volgden.
In haar lezing zal Dr. Van den Heuvel-Greve het publiek meenemen in de magie van DNA en hoe deze technieken gebruikt worden in het huidige zeeonderzoek in de poolgebieden.
Dr. Thea Olsthoorn
Dr. Thea Olsthoorn houdt zich sinds 2001 bezig met archiefonderzoek naar de contacten tussen Hernhutter-missionarissen en Inuit in Groenland en Labrador.
In 1733 trokken de drie Hernhutters vanuit Herrnhut in Saksen naar Groenland om het missiewerk van Hans Egede te ondersteunen. In de hoop om ook in Labrador missieposten te stichten, staken de Hernhutters vanaf 1752 meerdere keren de Atlantische Oceaan over.
Hun eerste reis naar Labrador eindigde in een catastrofe omdat een deel van de scheepsbemanning door Inuit werd omgebracht. Zodra dat bericht Herrnhut bereikte, werden de plannen met Labrador voorlopig in de ijskast gezet.
Na afloop van de Zevenjarige Oorlog (1756–1763) moest Frankrijk Labrador afstaan aan Engeland en in 1764 werd opnieuw een poging gewaagd door Broeder Jens Haven. Hij was bovendien wetenschappelijk geïnteresseerd en wilde de verwantschap tussen Groenlanders en Labrador Inuit onderzoeken, zowel voor wat betreft hun materiële cultuur als hun taal. Jens Haven keerde heelhuids terug naar Europa en zijn verdere positieve ervaringen in Labrador gaven aanleiding tot nog twee onderzoeksreizen in 1765 en 1770.
Uiteindelijk kon dankzij een “Order in Council” van de Britse overheid in 1771 de eerste missiepost (“Nain”) aan de kust van Labrador geopend worden. Daarna volgden al spoedig de stations Okak (1776–1919) en Hopedale (1782). In de 19e en 20e eeuw werd de missie in Labrador met nog eens zeven stations uitgebreid. De dagboeken en briefwisseling van de Hernhutters over hun omgang met Inuit bieden een interessante inkijk in het leven van de Inuit in vroeger tijden. Thea Olsthoorn zal tijdens deze presentatie aan de hand van de dagboeken uit Nain de periode 1772–1782 bespreken en met name ingaan op thema’s als bloedwraak en ‘vrouwenroof’ bij Inuit in Labrador.